De school maakt zich veel zorgen. De zorgcoördinator, leerlingbegeleider en mentor op school gaan direct aan de slag. Ouders worden uitgenodigd en extra taalondersteuning wordt ingezet.
Toch blijven de gewenster resultaten achter. Een mogelijke afstroming naar 2vmboB is een reële afweging.
De school zoekt contact met de ambulant begeleider die nieuwkomersleerlingen volgt in de eerste twee jaar na uitstroom. Op de vraag naar deskundigheid in begeleiding, ondersteuning en inzicht in passende taalondersteuning zoeken we gezamenlijk een antwoord.
We blikken terug op de eerste periode, de actieve rol van school en het uitblijven van het leerrendement. Heeft de leerling mogelijk meer tijd nodig om te landen? Zijn de signalen juist opgevangen en juist geïnterpreteerd?
Samen een stapje terug met extra aandacht voor een veilige leeromgeving, persoonlijk contact met mentor en medeleerlingen, gaf ruimte om positiever naar de situatie te kunnen kijken.
Daardoor ontstond extra aandacht voor de rol van de extra taalondersteuning en het aanbod.
Is er sprake van regulier- of apart nt2-lesmateriaal en zo ja, wat? Hoe wordt het aangeboden? Binnen of buiten het klaslokaal?
In deze situatie bleek het wenselijk om de leerling zich zoveel mogelijk onderdeel van de klas te laten voelen. Het uitgangspunt werd de begeleiding te organiseren in de klas, in samenwerking met klasgenoten.
Na dit overleg hebben we nog regelmatig contact gehad. De zorgen waren niet zomaar voorbij, het verzuim bleef te hoog maar ze ging zich wel steeds meer openstellen en het leerproces kwam langzaam op gang. Afstromen naar 2vmboB was niet meer aan de orde.